Gastblog van het Amsterdamse Bos - Bijdragen december 2019

Gastblog van het Amsterdamse Bos - Bijdragen december 2019

In dit gastblog delen medewerkers van het Amsterdamse Bos interessante kennis en ervaringen. Van bijzondere bomen tot onze Schotse Hooglanders, van festivals tot educatie. Lees mee!

Natuurpanorama in het Amsterdamse Bos

NB Bij elke weblog kan helaas maar één foto geplaatst worden. Kijk op onze facebookpagina voor méér foto's.

Reacties

Je kunt op een blog reageren via de knop, 'reageer' onder het bericht. Reacties worden een paar keer per week verwerkt. Dit betekent dat het even kan duren voor jouw reactie zichtbaar is.

Haviken in het Amsterdamse Bos!
13 december 2019 om 13:00
Gastblog Amsterdamse Bos
thumb_havik_jong_fonsbongers

Voor allen met een interesse voor wiskunde heb ik een mooie opgave! Neem 2 houtduiven, een mannetje en een vrouwtje. Houtduiven lukt het om in een voedzaam jaar maar liefst 3 tot 4 nesten jongen groot te brengen. Het legsel bestaat uit 2 eieren. Per jaar brengen houtduiven dus 6 jongen groot. Neem nu eens aan dat die jonge houtduiven zich de volgende jaren ongestoord kunnen voortplanten, 3 nesten per jaar. De vraag is dan: hoeveel houtduiven heb je na 20 jaar? Lieve lezer; schrik niet. Dat zijn er dan ongeveer 2,3 miljard. Inderdaad, miljard, geen miljoen. Als de duiven ongeveer 1 liter in beslag nemen is dat een laag van 23 centimeter dik boven het gehele Amsterdamse Bos.

Als gedachte is dat leuk, in de werkelijkheid moet ik niet denken aan zo veel duiven. En gelukkig heb ik vrienden die het helpen voorkomen. Haviken! Sinds jaren mijn studieobject.

Als een Amsterdamse vogelaar zich in 1969 zou laten invriezen en 50 jaar later enthousiast het veld in zou gaan dan wacht hem een verrassing. De Bijlmermeer is intussen volgebouwd en ook in de samenstelling van de vogelwereld is er veel veranderd. Lepelaars zag je in 1969 alleen op een plaatje, voor grote zilverreigers moest je toen naar Hongarije of naar Artis. En pas met de eerste stappen van de ontkerkelijking kwamen de kerkuilen op in onze landschappen. En roofvogels leefden alleen in de ruige natuur van de Veluwe.

Opkomst van de havik

In de 70’er jaren verdwenen de ergste landbouwvergiften uit ons milieu en lukte het de roofvogels, met de buizerd voorop, om vaste voet te krijgen in de Nederlandse natuur. Op de voet gevolgd door de schuwere maar opportunistischer havik. Er was voedsel genoeg, en de bossen die na de oorlog waren aangelegd werden oud genoeg om als broedplaats te dienen. Eind 70’er jaren bereikten haviken onze laagveenmoerassen. Langzaam maar zeker leerden ze te wennen aan de menselijke omgeving. Het is er gevaarlijk met auto’s en glazen ruiten, maar: voedsel in overvloed! Elk nadeel heeft zijn ...

Donder, bliksem en vuur bij de Koenenkade
4 december 2019 om 06:00
Gastblog Amsterdamse Bos
Arie Verhaar zet de Koenenmolen op de wind ongeveer 1910 (met hond en kat)

Het leek een dag als alle andere te worden, die 4 december 1919, nu een eeuw geleden. Maar dat werd het allerminst. ’s Avonds trekt een hevig onweer over de gemeente Nieuwer-Amstel en om acht uur valt in het dorp Amstelveen het elektrische licht uit. In die diepe duisternis tekent zich een helse vuurgloed af bij de Nieuwe Meer. De Koenenmolen uit 1635 staat in de hens. De brandweer rukt uit, maar het is een ongelijke strijd. De Koenenmolen is reddeloos verloren.

De molen ontvlucht
Het blad De Molenaar bericht enkele dagen later dat de bliksem als eerste insloeg in de stal naast de Koenenmolen. Een enorme klap waarbij drie van de zeven koeien direct dood neervielen, maar waardoor wonder boven wonder geen brand uitbrak. Dat was wel even anders toen vervolgens de bliksem in de bewoonde molen zelf insloeg. De vlammen laaiden meteen hoog op. Arie Verhaar met vrouw en knecht moesten de molen hals over kop ontvluchten zonder ook maar iets mee te kunnen nemen.  Zijn hond en de kat (zie foto) hebben eigen pootjes, dus hopelijk hebben die het ook gered. Maar dat lees ik nergens. Wel dat ook zijn bootjes verbrand zijn. En dat de brandschade niet door de verzekering wordt gedekt.

IJspret
De Koenenmolen was een van de oudste molens in de buurt van Amsterdam. Deze poldermolen maalde bijna driehonderd jaar lang het overtollige water uit de polder naar de Nieuwe Meer en domineerde daar de horizon. Vele kunstenaars hadden hem vereeuwigd. Een speciaal plekje had 'ie bij de Amsterdamse schaatsers die ’s winters met duizenden tegelijk over de Schinkel en de toen nog ondiepe Nieuwe Meer naar de molen gleden. Daar aangekomen was het klunen geblazen. Om de schaatsen te sparen, werd er altijd turfstrooisel neergelegd. Verder ging de tocht dan over het Karnemelkse Gat richting Amstelveense Poel, hèt centrum voor ijsvermaak.

Gered en toch verloren
De Buitendijkse Buitenveldertse Polder-Noord was de laatste polder bij Amstelveen die nog uitgeveend werd. Het veenderijbestuur ging daarbij ...