Gastblog van het Amsterdamse Bos - Gastblog Amsterdamse Bos
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
- Bijdragen mei 2019
- Bijdragen april 2019
In dit gastblog delen medewerkers van het Amsterdamse Bos interessante kennis en ervaringen. Van bijzondere bomen tot onze Schotse Hooglanders, van festivals tot educatie. Lees mee!
NB Bij elke weblog kan helaas maar één foto geplaatst worden. Kijk op onze facebookpagina voor méér foto's.
Reacties
Je kunt op een blog reageren via de knop, 'reageer' onder het bericht. Reacties worden een paar keer per week verwerkt. Dit betekent dat het even kan duren voor jouw reactie zichtbaar is.
Bijzondere namen geven voor mij vaak extra glans aan de natuur. Ze geven zo’n plant, zwam, of dier vaak een magische aantrekkingskracht. De klanken blijven tussen je oren echoën en een onverklaarbaar groot verlangen overmeestert je. Die wil ik zien. Die moet ik zien.
Fladderiep roept dat bij mij op. Fantastisch om er laatst nog twee grote oude te vinden in het Bos. Maar de steeliep daarentegen kan me gestolen worden. Toch zijn fladderiep en steeliep namen voor precies dezelfde boom.
Vorige week zag ik vlinders in het Bos die me alleen al vanwege hun naam blij maakten: gehakkelde aurelia’s. De gehakkelde aurelia heet zo omdat 'ie grof gekartelde vleugels heeft. Maar als hij nou grof gekartelde aurelia genoemd was, was hij dan nog steeds mooi en fascinerend? Vast wel, maar toch. Het kan nog erger. In de meeste talen is de vlinder namelijk vernoemd naar de witte C of komma op de onderkant van de achtervleugels. Je wilt er toch niet aan denken dat wij zo’n schoonheid net als de Engelsen komma zouden noemen.
Zwammen met tepels
Ik zeg het vaker, maar het blijft waar. Het Bos verrast mij telkens weer. Vorige week zag ik er niet alleen die gehakkelde aurelia’s, maar ook paddenstoelen met tepels. Doordat er veel dood hout in het Bos mag blijven liggen, vind je ook veel paddenstoelen. Eentje daarvan is de platte tonderzwam. En dat is net de enige paddenstoel die tepels kan krijgen. Daarvoor heeft hij wel 'hulp' nodig van een speciale breedvoetvlieg. Deze vlieg legt haar eieren aan de onderkant van de paddenstoel, die daardoor tepelgallen vormt. Daarin leven de larven totdat ze groot genoeg zijn. Dan kruipen ze uit de opening van de tepel om zich in de grond te verpoppen. Het volgende jaar komt daar weer een vlieg uit, de tonderzwambreedvoetvlieg of tepelgalvlieg. In dit geval vind ik beide namen wel wat hebben. Alleen jammer dat tonderzwambreedvoetvlieg niet op het scrabblebord past.
Zomertijd, vakantietijd, kortom heel veel tijd om naar het Bos te gaan. En zo’n eikenprocessierups houd mij dan niet tegen. Maar ik merkte wel dat ik de laatste tijd nog meer dan anders naar de bomen ging kijken. Staan er hier soms eiken? Zitten er nesten in, waar ik bij weg moet blijven? En juist daardoor doe je weer leuke nieuwe ontdekkingen. Heel veel eiken bleken niet alleen groene, maar ook rode blaadjes te hebben. Was me nooit eerder opgevallen.
Gelukkig bleken het geen verdroogde blaadjes te zijn. Het waren Sint-jansloten. Gloednieuwe loten aan de boom, die genoemd zijn naar Johannes de Doper omdat hij zijn Sint Jansfeest heeft op 24 juni. Rond de langste dag van het jaar krijgen veel bomen voor de tweede keer nieuwe twijgen en blaadjes. Die rode kleur verdwijnt trouwens weer, en dan zijn alle eikenblaadjes weer groen.
Over rode kleur gesproken. Rond Sint Jansdag vliegt er ook een mooie zwart-rode vlinder door het bos. Één keer raden hoe die heet. Precies, Sint-jansvlinder.
We gaan in juli een tweede warme periode in. Voor wie met de kinderen verkoeling zoekt bij het Klein Kinderbad, kijk dan eens hoe de zilverlinden daar met de hitte omgaan. Aan de onderkant van hun blaadjes hebben ze allemaal kleine haartjes. Daar blijft waterdamp tussen hangen en zo drogen de blaadjes minder snel uit. Bij wind zie je steeds die zilverkleurige onderkanten oplichten. Maar bij het warme windstille weer rond Sint Jan viel me opeens op dat bij deze lindebomen heel veel blaadjes ondersteboven zaten. Wat bleek: in de schaduw zit de kale groene bovenkant boven, en in de zon draaien de blaadjes hun onderkant naar boven. Dat scheelt een hoop verdamping en zo kan de zilverlinde beter tegen een droge periode.
Mocht je als je dit leest, zitten te puffen van de warmte, weet dan dat het in het Bos vele graden koeler is dan in de stad. Onze Schotse Hooglanders genieten daar reuze van. Met warm weer gaan ze lekker in de schaduw van de bomen liggen.
Ik zei het vorige maand al: wie blijft kijken, ontdekt steeds weer nieuwe dingen in het bos. Zo zag ik opeens een hele hoge tamme kastanje precies naast brug 528 (de zwart-witte brug tussen de Ringvaart en Groot Kinderbad). Was me nooit opgevallen. Hij groeit weliswaar tussen al die bomen in het Bos heel anders dan als losstaande boom, maar stekelige kastanjebolsters op de grond zouden me toch opgevallen moeten zijn. En als je de bladeren met die stekelige rand eenmaal ziet, dan snap je niet dat je het niet eerder zag.
Egels en eiken
Over stekeligheden gesproken, wist u al dat 2019 het jaar van de egel is? Egels zijn nachtdieren, dus je ziet ze in het Bos niet zo vaak. Zeker niet met al die honden die los lopen. Maar in de schemering heb ik ze wel gezien.
In het Amsterdamse Bos staan naast de gewone zomereik nog verschillende andere eikenbomen. Vlakbij Klein Kinderbad staan enkele zogeheten moseiken. Het napje waarin de eikels groeien is bij onze inheemse eiken ruw maar bij de moseik groeien er vrij lange, zachte stekels op. Met wat fantasie kun je zeggen dat het er mossig uitziet. Ook al zijn het maar een boom of vijf, die moseiken zijn best belangrijk voor ecosysteem van het Bos. Eentje huisvest een kolonie rosse vleermuizen, een wettelijk beschermde soort. Een andere is favoriet bij galwespen. Vorig najaar zaten de bladeren helemaal onder galletjes, dit Pinsterweekend leek 'ie vol te hangen met trosjes bessen. En hoewel het ondertussen bessentijd is, bessen in een eik, dat klopt natuurlijk niet. Het waren meeldraadgalletjes. In ieder besje zit of zat een larve van de egelgalwesp.
Moeilijkdoenerij
Egelgalwesp, een op het eerste gezicht totaal onbegrijpelijk naam, want die wesp lijkt in niets op een egel. En die galletjes ook niet. Toch is die naam best toepasselijk. Die galwespen doen namelijk reuze moeilijk. Iets versimpeld kun je zeggen dat ze een voorjaars- en een najaarsgeneratie hebben. De voorjaarsgeneratie groeit op in de meeldraadgalletjes aan de ...
In 1935 gingen de ontwerpers van het Amsterdamse Bos op studiereis. Ze bezochten onder andere Bushy Park in Londen. Het opvallendste van dat park was en is nog steeds de monumentale laan met paardenkastanjes, ondertussen 320 jaar oud. Al sinds de 19e eeuw trekt die laan tijdens de bloei duizenden bezoekers, vooral op Chestnut Sunday. Dan zijn er parades en festiviteiten ter ere van de kastanjebloesem. Dit jaar op zondag 12 mei.
Kastanjezondag
Onze ontwerpers vonden Chestnut Avenue in Bushy Park overigens te wijd, en ze waren er ook niet in de bloeitijd. Maar als je in het Bos rondkijkt, zou je toch denken dat die kastanjes ze geïnspireerd hebben. Ook in het Amsterdamse Bos bloeien de paardenkastanjes weer uitbundig. Vooral rond de Arena, langs de Bleekerskade, en bij de Geitenboerderij. Kortom, maak komende zondag een beetje kastanjezondag in het Amsterdamse Bos. En bezoek dan ook onze Oude Dame, waarover ik een jaar geleden al schreef. Deze bijzondere paardenkastanje vind je bij de Grote Speelweide en stond daar al voor de aanleg van het Bos.
Meidoornpaddenstoelen
Het is mei, en dan bloeit in heel het Bos de meidoorn. De meeste zijn intussen metershoog en van top tot teen bedekt met witte bloemetjes. De meeste, maar niet allemaal viel me opeens op. Sommige meidoorns zien er momenteel uit als witte paddenstoelen met een groene steel. En dat is in het zuidelijk deel van het Bos bij de Hooglanders. Meidoorns staan er om bekend dat ze door de dichte structuur met doorns een uitstekende natuurlijk afscheiding of haag kunnen vormen. Een ideale broedplaats ook voor vogels. Maar de vervaarlijke doorns blijken de Hooglanders helemaal niet te weerhouden van een lekker hapje meidoorn. Nu ze bloeien valt dat opeens reuze op. De witte meidoornhoed begint precies waar de Hooglanders niet meer bij kunnen. Dat maakt het Bos zo leuk voor mij, ik ontdek er elke keer weer nieuwe dingen.
Een echt bos heeft geheimen. Soms geheimen die verder teruggaan dan het bos zelf. Maar in het 85-jarig bestaan van het Amsterdamse Bos zijn er ook allerlei geheimen toegevoegd. Veelal publieke geheimen en vaak ook verborgen schatten die nooit bedoeld waren om geheim te zijn. Soms zelfs integendeel. Elke keer als ik er op eentje stuit, krijgt het Bos weer extra glans voor me. Laat ik er een paar verklappen.
Steen
Zo ontdekte ik een paar jaar geleden verschillende herdenkingsstenen op het gemaal aan de Koenenkade. Een daarvan was daar met veel trots in 1938 geplaatst om het 300-jarig bestaan van de Koenensluis te vieren. Door het hek om het gemaal was die steen al jarenlang slecht zichtbaar, en nu is hij tijdelijk echt verborgen geraakt achter de defosfateringsinstallatie van waterschap Rijnland. Wel een mooi geheimpje, maar spannend is het vooral of het met die installatie gaat lukken om de blauwalgproblemen van de Amstelveense Poel te verhelpen.
Bunker
Geheimzinnig is ook de nog niet toegankelijke schuilkelder uit de Koude Oorlogperiode toen een atoomaanval werd gevreesd. In 1966 is voor het personeel deze ondergrondse bunker in het Bos gebouwd. Een klein tweekamerappartementje, dat je via een luik, een trap en een douche kon bereiken. Dat laatste om eerst het radio-actieve stof af te spoelen. Je moet er toch niet aan denken dat je daar met enkele tientallen collega’s voor weken of maanden opgesloten zou zitten. Zeker ook omdat ik er naast de douche geen toilet kon vinden. Een dingetje dat opgelost moet worden voordat de bunker een nieuwe spannende functie kan krijgen.
Boom
Wat in de vergetelheid is geraakt, is het plan om bij de aanleg van het Bos vanuit alle gematigde streken van de wereld bosgemeenschappen aan te planten. Maar dat is wel deels uitgevoerd. Aan dat plan heeft het Bos een bijzondere walnoot te danken, de Amerikaanse grijze walnoot. Een echt kroonjuweel voor het Bos. Hij bloeit nu, en over twee maanden hangen er notentrossen in de boom.
Eiland
...