Pad tot huidige pagina
Bestrijding eikenprocessierups

Bestrijding eikenprocessierups weer van start

25 april 2023

De bestrijding van de eikenprocessierups gaat weer beginnen. De rupsen kruipen binnenkort uit hun eitjes. De haren van de rups kunnen lichamelijke klachten veroorzaken. Houd voldoende afstand van de bestrijdingswerkzaamheden, ook met uw huisdier.

Eind april start de gemeente Amsterdam met het bestrijden van de eikenprocessierups. Een volgroeide eikenprocessierups heeft ongeveer 700.000 haartjes. Vanaf eind mei veroorzaken die haartjes gezondheidsklachten bij mens en dier. Ze geven ons jeuk, huiduitslag en geïrriteerde ogen en luchtwegen. Daarom bestrijden we de rups en de nesten.

Natuurlijke vijanden

Amsterdam probeert de rups zo natuurlijk mogelijk te bestrijden. Dat doen we door natuurlijke vijanden aan te trekken. Zo hebben we bijvoorbeeld nestkasten voor rups-etende vogels opgehangen bij eikenbomen, en zomerverblijven voor de vlinder-etende vleermuizen. We plaatsen broedkisten voor jonge insecten zoals de gaasvlieg en sluipvlieg, die de rups lekker vinden. Ook maaien we zo min mogelijk rond eikenbomen, zodat er allerlei insecten op afkomen die graag een rups eten.

Nematoden

Eikenbomen op plekken waar voorgaande jaren veel overlast is geweest, besproeien we met nematoden. Dat zijn kleine aaltjes die de rupsen binnendringen, waardoor de rupsen doodgaan. Het behandelen van de bomen moet binnen 10 dagen herhaald worden en vindt plaats tussen 20:00 en 6:00 uur ‘s nachts. Dit is de meest optimale periode voor de nematoden om licht en uitdroging te overleven.

In het Bos behandelen we de eiken aan de Nieuwe Meerlaan, omgeving Groot Kinderbad en de eiken in de omgeving van P Radarterrein. We weten nog niet precies op welke dagen dit plaatsvindt in het Bos, maar ongeveer tussen 27 april en 15 mei.

Nesten verwijderen

Na het besproeien met nematoden brengt de Boswachterij de eikenprocessierupsnesten in kaart. Bomen met nesten krijgen een rood-wit lint. Vanaf ongeveer eind mei ontwikkelen de rupsen de brandharen die zoveel overlast geven. We zuigen de nesten dan weg, met een soort grote stofzuiger of met de hand. Hier gaan we ook mee door als de rupsen vlinders zijn geworden. Dat is belangrijk, omdat lege nesten met achtergebleven brandharen tot wel 8 jaar voor jeuk en allergie kunnen zorgen. Plekken waarvan we weten dat er veel nesten zijn en waar veel mensen rondlopen, pakken we als eerste aan.

Let op: houd afstand van de bestrijdingswerkzaamheden, ook met uw huisdier. De nematoden worden met een krachtige straal de eikenbomen in gespoten. En het wegzuigen van de nesten kan losse brandharen in beweging brengen.

Zo natuurlijk mogelijk

We werken toe naar een zo natuurlijk mogelijke bestrijding van de rupsen. Zo gebruiken we dit jaar geen bacteriepreparaten. We hopen dat het voldoende is om de eiken te besproeien met aaltjes, natuurlijke vijanden aan te trekken en nesten weg te halen. In tegenstelling tot meer verstedelijkte omgeving biedt het Bos genoeg ruimte om op grote schaal nestkasten op te hangen en bloembollen te planten.

Zelf nesten gezien? Laat het weten

Ziet u vanaf eind mei (nesten van) de eikenprocessierups in een boom die geen rood-wit lint heeft? Dan kunt een melding maken via 14 020 en Meldpunt openbare ruimte. U helpt hiermee om zoveel mogelijk nesten op te sporen, zodat we ze kunnen weghalen.

Bescherming biodiversiteit

De nematoden verdragen geen daglicht en blijven maar een paar uur in leven. Ze leven van nature in de grond en dringen alleen zachte insectenlijven als rupsen binnen. Omdat we zoveel mogelijk andere vlindersoorten willen beschermen, raadpleegt de gemeente Amsterdam ieder jaar de Vlinderstichting. Zij geven aan waar niet gespoten kan worden omdat er beschermde vlinders leven en waar bedreigde vlindersoorten voorkomen, waarbij spuiten alleen na zorgvuldige afweging kan plaatsvinden.

Daarnaast wordt ook de Nationale Database Flora en Fauna geraadpleegd om te kijken waar vlindersoorten voorkomen die eikenbomen als waardplant hebben. Dat zijn de eikenpage, verschillende eikenbladrollers en voorjaarsspanners. Ook daar spuiten we zo min mogelijk om deze soorten te beschermen.

Kijk ook naar het filmpje met uitleg van boswachter Claudia Plaisier: