Bosicoon: de ijsvogel
Denk je aan het Amsterdamse Bos dan schieten al gauw enkele beelden te binnen. Schotse Hooglanders, de Heuvel, de Bosbaan, eekhoorns. In de nieuwsbrief-rubriek 'Bosicoon' geeft onze ecoloog Sasja Voet de iconen van het Bos een podium. Te beginnen met: de ijsvogel.
De IJsvogel
De ijsvogel (Alcedo atthis) is een beschermde inheemse diersoort. In het Bos is het de meest bontgekleurde vogel die er is. Door zijn kenmerkende luide roep verraadt hij meestal zijn aanwezigheid en met zijn helderblauwe kleur is de vogel makkelijk te herkennen ook voor niet-vogelaars. Velen voelen zich tot deze kleurrijke bewoner van helder en visrijk water aangetrokken.
Leefgebied
IJsvogels nestelen het liefst langs langzaam stromende beken waar van nature steile oeverwandjes voorkomen. Maar ook in een bos vindt de ijsvogel geschikte broedlocaties in afgestoken wanden of wortelkluiten langs de waterkant.
Een halve eeuw gelden waren ijsvogels in groot Amsterdam een zeldzaamheid. Het eerst bekende regionale broedgeval was in 1953, in het Amsterdamse Bos! Het aantal broedgevallen is sindsdien flink gegroeid. Een van de voornaamste reden daartoe is het verbeteren van de waterkwaliteit en zachtere winters. Op het menu van de ijsvogel staan namelijk kleine visjes maar ook waterinsecten zoals libellenlarven.
IJsvogelwerkdag
Het Bos zet zich in voor het beschermen en behouden van natuur. Jaarlijks organiseren we vóór het broedseizoen een ijsvogel-werkdag. Met een stel vrijwilligers en onder leiding van Jan Jongejans, de coördinator van de ijsvogelwerkgroep Amsterdam, onderhouden we de broedwanden. We maken ze klaar voor het komende broedseizoen. Wanden worden opnieuw afgestoken, schoongemaakt en overhangende begroeiing zoals bijvoorbeeld bramen worden weggeknipt. Ook boren we er alvast nestgangen in. Dit scheelt de ijsvogel werk. Zelf doen ijsvogels er ongeveer 1 tot 2 weken over om zo'n nestgang te graven.
Ze houden niet van ijs
De naam doet anders vermoeden maar de ijsvogel houdt helemaal niet van ijs. IJs is zelfs de grote vijand van de ijsvogel, want als de sloten, plassen en meren dichtgevroren zijn, kan hij geen vis meer vangen. Een strenge winter, als er weinig ijsvrije plekjes zijn, overleven veel ijsvogels niet. Soms overleeft maar één vijfde van alle ijsvogels de strenge winter.
'Na het uitstekende broedseizoen in 2020 met liefst 9 broedparen in het Amsterdamse Bos, was 2021 door de strenge vorstperiode in februari een zwaar jaar voor de ijsvogels. In het Amsterdamse Bos is toen op slechts 1 plek in het Bos een broedgeval vastgesteld. Opmerkelijk is dat de populatie in het Amsterdamse Bos zich in 2022 eigenlijk nog niet volledig hersteld heeft. Slechts 2 broedgevallen zijn er vorig jaar vastgesteld, terwijl in heel Amsterdam de broedpopulatie wel een opgaande lijn liet zien.'
Jan Jongejans, coördinator ijsvogelwerkgroep Amsterdam
Broedseizoen
De herstelcapaciteit van de ijsvogel is echter buitengewoon. De broedtijd is van maart tot in september. De ijsvogel heeft 2 en vaak ook nog een derde broedsel per jaar. Hoe snel het graven van de nestgang en nestkamer gaat, hangt vooral af van de grondsoort. De nestgang is gemiddeld 6o cm lang. Per legsel zijn er 4 tot 8 eieren. Rond de 26e levensdag verlaten bijna alle jongen het nest. Ze kunnen dan gelijk vliegen.
Als je ze niet in een flits voorbij ziet komen dan kun je ze vaak spotten op hun uitkijkpost. Dit is meestal een overhangende tak boven water waar ze geduldig in het water loeren naar visjes.
Foto hierboven: ecoloog Sasja Voet en boswachter Pieter Rust onderhouden een ijsvogel-broedwand.
Foto bovenaan pagina: ijsvogel, Martin Woods