Mycorrhizal Frequencies: Samenwerken met schimmels

Een lang pad in het Amsterdamse Bos is geflankeerd door sculpturen van paddestoelen, die op het eerste gezicht natuurlijk ogen. Ze zijn echter het resultaat van de installatie Mycorrhizal Frequencies van kunstenaar Migle Duncikaite, die in haar werk de verbintenissen tussen de mens en natuur onderzoekt aan de hand van onze gedeelde natuurlijke realiteit.

Migle Duncikaite (Litouwen, 1989) heeft zich de afgelopen weken ontfermt over dit stuk Bos door sculpturen te laten groeien die weliswaar van menselijke hand zijn, maar zich inbedden in hun natuurlijke omgeving. Dit gegeven is een rode draad in haar artistieke praktijk waarin ze vrijwel uitsluitend ‘zij aan zij’ met de natuur werkt, als beeldhouwer, schilder en installatie-kunstenaar. Door haar jeugd in de bossen van Litouwen is zij bijna als vanzelfsprekend geïnspireerd door de natuur waarin zij zich begeeft en gebruikt ze deze lokale bronnen in haar werk.

De sculpturen zijn gemaakt van onder andere hennep, paddenstoelen-materie en hout, maar meest in het oog springend is het gebruik van schimmeldraden en mycelium. Deze frêle maar vernuftige structuren werken in symbiose met elkaar en vormen het conceptuele middelpunt van Duncikaite haar installatie.

Het mycelium, ook wel zwamvlok genoemd, is het orgaan wat als netwerk dient voor schimmeldraden, veelal verstopt onder de grond. Vanuit het mycelium ontstaat de mycorrhiza: een vorm van natuurlijke uitwisseling tussen schimmels en planten. Duncikaite: ‘De schimmel levert water, voedingsstoffen en sporenelementen vanuit de bodem aan de plant terwijl de plant in ruil daarvoor suikers aan de schimmel afgeeft, als een ondergrondse biochemie tussen fungus en boom.’

Deze bijzondere natuursamenwerking, die zich door het hele Amsterdamse Bos heen afspeelt, is doorgaans onzichtbaar voor de bezoeker. Duncikaite wil met Mycorrhizal Frequencies het web aan symbiotische wederkerigheid blootleggen en tastbaar maken. De sporen van paddestoelen groeien door haar sculpturen heen en de kunstenaar heeft er zorg voor gedragen dat haar werk óp de begroeide aarde ligt in plaats van er ín.

‘Het was belangrijk dat ik niet invasief te werk zou gaan, ik wil net zoals de mycorrhiza een collaboratie aangaan met de omgeving en niet een overname doen. De netwerken worden hierdoor op sculpturale wijze in kaart gebracht zonder hen te beschadigen.’ Duncikaite werkt in haar praktijk vaak proces-gericht en ook hier zijn de kunstwerken onderhevig aan het verstrijken van de tijd en de onvoorspelbare natuurelementen: ze blijven voor onbepaalde duur staan tot zij geërodeerd zijn.

(Tekst gaat door onder beeld)

Ondanks de op het eerste gezicht verborgen aard van deze levensvormen zijn wij als mens onlosmakelijk verbonden met de symbiose die onderdeel is van ons ecosysteem. Duncikaite wil de bezoeker dan ook bewust maken van deze samenwerkingsverbanden die letterlijk de grond onder ons verbindt en leefbaar maakt. Ze hoopt hiermee een zekere vertraging te bewerkstelligen in onze perceptie van de natuurlijke omgeving, als medebewoners van een fijngevoelig en intelligent ecosysteem. ‘Ik voel mij als kunstenaar een intermediair tussen de natuur en de mens, doordat de kern van mijn werk zich richt op de materialen die natuur mij als vanzelfsprekend toespeelt.’

De kunstenaar beaamt dat er qua landschap een groot verschil zit tussen de oneindige Litouwse bossen waarin zij opgroeide en de meer afgepaste natuur in ons kleine land: ‘Nederland is soms moeilijk om in te werken, door het gebrek aan wijdse natuur en de sterke aanwezigheid van regulering. Toch ben ik erg onder de indruk van het Amsterdamse Bos, vooral omdat het stadsnatuur betreft. Er zijn veel verschillende vormen van groei en bloei aanwezig wat uniek te noemen is, direct gelegen naast een stad als Amsterdam.’ Duncikaite wil de bezoeker dan ook oproepen tot reflectie door de bijzondere, minuscule symbiose van de mycorrhiza als voorbeeld te laten dienen voor een universele vertelling van onderlinge dankbare afhankelijkheid.

Tekst en interview door Kelly-Ann van Steveninck