Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reactie toevoegen
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
- Bijdragen mei 2019
- Bijdragen april 2019
- Bijdragen maart 2019
- Bijdragen februari 2019
- Bijdragen januari 2019
- Bijdragen december 2018
Verleden week waren de zwammologen van Amsterdamse KNNV weer bij ons langs voor hun jaarlijkse paddenstoelenexcursie. Dat doen ze in het Amsterdamse Bos omdat hier altijd veel te zien is vanwege het dode hout dat we expres laten liggen. Nu zeg ik wel 'te zien', maar de paddenstoelenexperts kíjken niet alleen. Ze voelen ook, en ze ruiken. En of dat nog niet genoeg is… Steken ze ook nog stukken paddenstoel in hun mond om ze te proeven. Daarna spugen ze het wel voor de zekerheid weer uit, maar toch maar niet nadoen als je geen paddenstoelenexpert bent.
De experts – mycologen heten ze officieel - zien ook allerlei plakken, korsten, flubbers en héél kleine stippeltjes, waarbij je helemaal niet denkt aan paddenstoelen. Bijzonder zijn de slijmzwammen die zelfs aan de wandel gaan. Maar dat blijken dan weer geen echte zwammen te zijn. Nog wonderlijker dan kruipende zwammen zijn de Nederlandse namen van al die schimmels, zwammen en paddenstoelen. De naam heksenboter voor de bekendste slijmzwam blijkt nog een van de simpelste. Rond het Boskabouterpad bij de Boswinkel groeien onder andere de korstvormige vuurzwam, de houtskoolkogelzwam, de scherpe schelpzwam, het gekarteld leemkelkje en de grijze koraalzwam, om er maar een paar te noemen.
Prijs voor verzinnen namen
Iedere maand worden er zo’n zeven nieuwe paddenstoelensoorten ontdekt voor Nederland en Vlaanderen. Vorig jaar is er een inhaalslag gemaakt in het verzinnen van namen. Voor 500 paddenstoelen en slijmzwammen is een nieuwe Nederlandse naam bedacht. De commissie van zwammologen die dat heeft gedaan, kreeg er zelfs een prijs voor: de Lofprijs der Nederlandse Taal voor een persoon of instantie die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor onze taal. De Nederlandse namen zijn door niet-taalkundigen bedacht om de paddenstoelenstudie populair te maken. Extra leuk is het dan dat taalliefhebbers hun werk juist waarderen als verrijking van de Nederlandse taal. Dat bevestigt nog maar eens dat je in het Amsterdamse Bos op hoog niveau kunt zwammen.
Tot woensdag 29 november kan dat zelfs op het hoogste niveau in de Boswinkel. Tijdens de jaarlijkse paddenstoelententoonstelling, die leuk en leerzaam is, met extra activiteiten voor kinderen. En als oudere werd ik er voor de televisie 'nogal wel zo tamelijk' weer kind bij het horen en zien van Paulus de Boskabouter, Oehoeboeroe, Gregorius, Salomo, en al die anderen uit het grote bos.