Pad tot huidige pagina

Stem van het Bos: IJsvogels in het Amsterdamse Bos

IJsvogels maken het liefst een nest in een steile en kale oeverwand of boomkluit. De Vogelwerkgroep Amsterdam en de Amsterdamse Bos organisatie helpen de ijsvogels daarbij een handje, ieder jaar voorafgaand aan het broedseizoen. In deze Stem van het Bos kijken we mee.

De ijsvogel broedt het liefst in een steile oeverwand die kaal is of in een boomkluit. In het Amsterdamse Bos zijn weinig natuurlijke steile oeverwanden. Daarom onderhouden we ongeveer 40 potentiële broedplekken voor de ijsvogel. Dat doen we elk jaar in februari, voorafgaand aan het broedseizoen, samen met de Vogelwerkgroep Amsterdam.

We maken de wanden vrij van vegetatie, zodat de aanvliegroute naar de nestgang vrij is en de natuurlijke vijanden van de ijsvogel weinig houvast hebben. Daarna steken we de wanden goed steil af. Tot slot boren we de nestgangen voor, met een speciale ijsvogelboor. De ijsvogel hoeft dan alleen het laatste deel van de nestgang te graven.

De ijsvogel kan meerdere broedsels per jaar hebben, vaak 2 en steeds vaker 3 of zelfs 4. Het aantal broedsels per seizoen neemt toe, doordat het broedseizoen langer wordt als gevolg van klimaatverandering. De ijsvogel gaat daarbij vaak efficiënt te werk. Terwijl het mannetje de jongen van het ene broedsel voedt in het ene nest, start het vrouwtje al met het leggen van eitjes van het volgende broedsel, in een ander nest.

Bosicoon
Wil je meer lezen over het Bosicoon de ijsvogel, kijk dan op Bosicoon: de ijsvogel - Amsterdamse Bos.