Pad tot huidige pagina

Historisch erfgoed in het Amsterdamse Bos

Bij het ontwerpen van het Amsterdamse Bos in de jaren dertig van de vorige eeuw stond één ding vast: het moest een gebruiksbos zijn voor alle Amsterdammers.

Het Bos is zorgvuldig ontworpen. Voordat de aanleg in 1934 startte, lagen hier weiden en nog weer daarvoor turfstekerijen. Het ontwerp is van Jakoba Mulder, kortweg Ko, of soms wel ‘de juffrouw van het Bos’. Zij gaf aan waar elementen als waterpartijen, wegen, bospartijen, heuvels moesten komen. Lees hier verder over Jakoba Mulder: Jakoba Mulder, de 'juffrouw van het Bos'.

Engelse landschapsstijl

Ideeën hiervoor werden uit het buitenland gehaald. Tot dan waren de Nederlandse parken vooral bedoeld voor een zondagse wandeling. Dat in Londen mensen in parken op het gras mochten zitten of picknicken was revolutionair. De Duitse volksparken hadden als belangrijkste doel mensen de ruimte te geven voor sport en recreatie. Het Amsterdamse Bos moest een ideale mix zijn van natuurlijk parklandschap en mogelijkheden voor recreatie en ontspanning. De grote speelvijver en de grote speelweide zijn een voorbeeld van deze mix: niet alleen om naar te kijken, maar ook om te gebruiken.

Foto van ontwerpers Jacoba Mulder en Cornelis van Eesteren

Een groot deel van het Bos is in de Engelse landschapsstijl ontworpen. Vanaf de heuvel zijn de kenmerken van deze landschapsstijl goed te herkennen. De Engelse landschapsstijl heeft een natuurlijke uitstraling: glooiende weiden, verspreide boomgroepen, bochtige watergangen en gekromde bosranden. Door bewust ontworpen zichtlijnen en ‘verdwijnpunten’ lijkt het Bos groter dan het is.

Foto van zonsondergangs bij de Heuvel in het Amsterdamse Bos

Amsterdamse School

Bij het ontwerp van het Bos in de jaren dertig was een van de uitgangspunten dat mensen in het Bos kunnen gaan en staan waar ze willen. Om dit mogelijk te maken werd een uitgebreid padennet voor voetgangers, fietsers en ruiters aangelegd. Verder zijn de waterpartijen, waaronder vele sloten, een belangrijk onderdeel van het Bos. Deze twee gegevens leidden samen tot het grote aantal van 116 bruggen in het Amsterdamse Bos. Juist door deze bruggen onderscheidt het Amsterdamse Bos zich van andere bosparken en recreatiegebieden.

Een bijzonder onderdeel van de collectie bruggen vormen de 67 bruggen van architect Piet Kramer. Hij behoorde tot de architectuurstroming de Amsterdamse School. De architecten van de Amsterdamse School hadden een revolutionaire artistieke visie op architectuur en waren op alle terreinen van vormgeving actief. Ze ontwierpen naast gebouwen onder andere ook meubels, lampen, postzegels, beelden, affiches en bruggen.

Geen van de 67 bruggen van Piet Kramer zijn gelijk. Kramer zocht bij de ontwerpen naar een samenhang tussen constructie, materiaalgebruik, kleurgebruik, de omgeving en vormgeving. Een fraaie bruggenroute leidt langs enkele karakteristieke exemplaren.

Ballenbruggetjes

Een bijzondere positie hebben de ballenbruggetjes van Kramer rond de Bosbaan en het openluchttheater. De opvallend gekleurde ballen dienen als contragewicht voor het brugdeel dat omhoog kan klappen. Kramer werd voor deze bruggen geïnspireerd door een bezoek aan een park bij Parijs. Daar zag hij de bruggen van de achttiende-eeuwse Franse ingenieur Belidor, die deze constructie voor het eerst in de praktijk bracht. De ballenbruggen zijn sober uitgevoerd, zonder franje, zodat de eenvoudige constructie van de brug des te meer opvalt.

Houten bruggen

De houten bruggen van Kramer hebben eenvoudige grondvormen. Door te variëren op deze grondvormen ontstond er een rijk gevarieerde collectie. Robuuste constructies en de toepassing van bijzondere houtverbindingen zijn kenmerkend voor de houten bruggen van Kramer.

Bij sommige bruggen liet hij zich inspireren door oosterse invloeden. Dat is bijvoorbeeld terug te zien bij de afwerking van de einden van leuningen of bij enkele houten pilaren met karakteristieke rode gekleurde koppen.

Gekleurde bruggen

Kramer gaf zijn houten bruggen over het algemeen opvallende kleuren. Bij zijn eerste, vooroorlogse bruggen gebruikte hij vaak wit als basis en legde hij accenten met zwart en ‘Amsterdams’ rood. In het na-oorlogse zuidelijkere deel van het Bos experimenteerde hij weer met pastelachtige kleurencombinaties.

Foto van gekleurde brug in het Amsterdamse Bos

De gekleurde bruggen contrasteren sterk met de natuurlijke kleuren van het Bos. Mede hierdoor geven de bruggen het Amsterdamse Bos zijn eigen karakter. Ze vallen op in het landschap. Bovendien komen de vormen en opvallende elementen van de brug beter uit.

Restauratie

De kwetsbare Kramer-bruggen zijn in de loop der jaren aangetast door weer en wind. Sommige bruggen zijn in het verleden bruin overgeschilderd, waarbij dus de oorspronkelijke kleuren verdwenen. Dankzij een uitgebreide renovatieronde zijn de bruggen inmiddels weer in hun oorspronkelijke staat hersteld. Daarbij zijn ook de oorspronkelijke unieke kleuren weer aangebracht. Van sommige bruggen is echter niet bekend welke kleuren ze precies hadden. Deze bruggen zijn zwart-wit overgeschilderd, zoveel mogelijk in stijl met de overige bruggen.

Nieuwe bruggen

Een aantal sterk vervallen, niet monumentale, oude bruggen is vervangen. De nieuwe Bosbrug is onderhoudsvriendelijk en duurzaam ontworpen dankzij de combinatie van hout en staal. De basis van de stalen brug met een houten brugdek wordt gevormd door een elegante boogvorm. De vier tussen-steunpunten zijn doorgetrokken als taps toelopende zuiltjes die met hun stalen 'koppen' de brug markeren. Het ontwerp is van MTD landschapsarchitecten en is een verwijzing naar bruggetjes uit de tijd van de vervening. Deze bruggetjes bestonden uit een vergelijkbare constructie, waardoor turfschepen onder de brug door konden varen.

Bij het Sportcomplex en de Manege Nieuw Amstelland zijn tussen 2012 en 2014 weer andere bruggen geplaatst. Deze bruggen zijn geïnspireerd op de Amsterdamse School met een sterke nadruk op een verticale verdeling dankzij metalen balusters (staande delen).